
Tijd verspillen voor gevorderden
Er was een tijd dat lummelen nog een volwaardige bezigheid was. Je kon zomaar wat rondhangen in je eigen hoofd, starend naar het plafond alsof daar een geheim zat dat enkel in stilte durfde tevoorschijn komen. Je pulkte een schilfer behang los, luisterde naar een klok die altijd nét een fractie uit de maat liep en voelde hoe je gedachten de kamer binnenwandelden zonder badge, zonder afspraak. Je zat op een stoel die wiebelde, met koffie die naar karton smaakte en een trui waarvan de mouwen langzaam afscheid namen van je polsen. Dat was een wereld waarin nietsdoen geen probleem vormde, maar een doorgang naar een stukje innerlijke ruimte, een geur van ouder vloerzeil en een herinnering aan de dag dat je moeder zei dat even niksen perfect mocht. Iets wat toen vanzelfsprekend was en nu klinkt alsof je een verboden ritueel beoefent.
Vandaag moet alles iets opleveren. Zelfs ademhalen draagt een prestatiekader. Alles wat je doet, denk je, voelt, wordt digitaal gewikt en gewogen door een overspannen algoritme dat zelf dringend op vakantie zou moeten. Je telefoon zegt je dat je moe bent nog voor jij het voelt en stuurt je een melding om optimaal te herstellen van je optimale herstel. Je smartwatch tikt: “Beweeg.” Je brein fluistert: “Monetiseer.” Zelfs voor het kijken naar een plant kun je intussen scores krijgen, beloningen, titels alsof je een heldhaftige bladfluisteraar bent. Je lacht, installeert nieuwsgierig de app en voelt hoe de erkenning van het nutteloze toch een beetje deugd doet. Lummelen wordt zo een stille verzetsdaad, een zachte brandhaard onder de spreadsheet van het bestaan. Geen geweld, wel een klein vonkje dat zegt dat rust niet hoeft te presteren, dat tijd soms gewoon tijd mag zijn.
Lummelen is jezelf even losmaken uit de rekenvelden van je agenda, je telefoon in een sok wikkelen en verstoppen in de rijstpot, alsof je de technologie zelf in time-out zet. Je laat de afwas staan omdat die borden best wat veerkracht mogen ontwikkelen. Je laat de inbox groeien tot de provider zich afvraagt of je nog leeft en jij antwoordt dat je juist nooit levender bent geweest. Daar, in het zonegebied waar niets meetelt, ontstaat iets wat geen algoritme kan vatten. Je begint te leven zoals je ooit deed: traag, ruisend, speels. Je legt verbanden tussen dingen die nergens op slaan en tegelijk alles zeggen. Je herinnert je dat een ruimtepannenkoekenbakker ooit jouw droombaan was. Je merkt dat het woord plint wonderlijk klinkt en lacht hardop omdat je nog weet hoe dat moet. Menselijkheid wacht precies daar waar geen productiviteit past. Met een kop thee in de hand en een denkbeeldige post-it op je voorhoofd waarop staat: “Wakker worden. Je leeft al!”
De hamsterkooi met wifi
Onze dagen zitten dichtgeknoopt zoals de broodzakken uit de jaren tachtig, strak vol verplichtingen en verwachtingen. Werk, mails, deadlines, eindeloze groepsgesprekken die beginnen met “even kort” en eindigen in vergaderjungles waar niemand de weg uit kent. Wanneer alles zogenaamd afgerond is, grijpen we naar schermen om te ontspannen. We zappen door streamingdiensten, kijken naar honden die tapdansen en naar mensen die een taart bakken op een skateboard, alles in twaalf seconden, vervluchtigd voor het goed en wel binnenkomt. Jij blijft achter, een beetje leeg, alsof het algoritme je aandacht heeft uitgewrongen tot statistiek.
Zelfs vrije tijd lijkt een sheet geworden. Wandelen zonder app voelt bijna als verzuim, stilte zonder certificaat klinkt verdacht en een vriendschap zonder selfie lijkt niet echt te bestaan. Onze ademhaling wordt gemeten, geclassificeerd en geüpgraded. Lummelen is daartegen pure sabotage. Geen geurkaarsen, geen mindful havermout in een fotogenieke kom. Echte rust. Ruw, ongefilterd, heerlijk nutteloos. De stekker uit het rad trekken terwijl je nog draait, een dag lang naar het plafond kijken en beseffen dat de spin die je daar ontmoet rustiger leeft dan jij, met een veel evenwichtigere balans tussen doen en laten.
Kinderen herinneren ons eraan hoe het moet. Geef een kind een stok en het wordt een ridder of een ontdekkingsreiziger in een rijk waar geen planborden bestaan. Geef het een plas en het ziet een oceaan waar je in kunt springen. Geef het een kartonnen doos en het vliegt naar Jupiter met een raketmotor van fantasie en een missie zonder deadlines. Terwijl wij volwassenen presentaties bouwen over dingen die niets betekenen en doen alsof het heelal ervan afhangt. Wij hebben de stok weggegooid wegens onveilig, de plas gedempt omdat er muggen zouden kunnen broeden, de doos gerecycleerd om plaats te maken voor nieuwe dozen vol handleidingen die ons opnieuw moeten leren spelen. Kijk naar die kinderen. Zij lummelen zich de wereld rond en worden daar springlevend van.

Lummelen breekt dat hele theater af, trekt het tapijt onder de managementtafel vandaan en zet de koffie weer op een ouderwets gasvlammetje. Het is de middelvinger van het innerlijke kind naar de CEO van je geweten, een ontslagbrief aan je productieve zelf. Nietsdoen als daad van verzet, luiheid als levenskunst, tijd verspillen als revolutie. Geen stappenplan, geen einddoel, geen validatie. Alleen jij, je gedachten, een stoel die kraakt en een sok met een gat erin die glimlacht alsof hij het allemaal al wist. Ergens diep vanbinnen weet jij dat ook nog, hoe het voelt om gewoon te zitten, niets te presteren of te verbeteren, jezelf niet te beschouwen als project of onderneming met groeipotentieel, maar gewoon als mens. Een mens met een lijf, een ademhaling, een trage pols, en tijd die door je vingers glijdt als zonlicht door vitrage.
Dat is geen zwakte maar herovering, een trage terugtocht naar jezelf, voeten in de modder van de tijd, handen los van het stuur, hart weer in de stand-by van gevoel, alsof je lichaam zachtjes zegt dat het genoeg heeft gewerkt voor vandaag. Rebellie zonder vlag of strijdkreet, gewoon een mens die weigert mee te rennen met de klok en die, ergens halverwege een slok lauwe koffie, beseft dat hij opnieuw leeft. Jij zit daar, kruimels in je trui, ogen nog vol licht van nietsdoen, adem die ruikt naar vrijheid, en de wereld tikt door terwijl jij niet meer meebeweegt. Dat is lummelen, een plek waar niets moet en alles mag stilvallen, een kleine rustplek die groot genoeg is om weer mens te zijn. Geen plan, geen prestatie, alleen zitten en blijven zitten tot het leven zelf naast jou gaat zitten.
Het Manifest van het Lummelen
Lummelen is geen hobby en geen bijzaak, geen luxe die je jezelf gunt wanneer de to-do-lijst eindelijk moe genoeg is om te slapen. Het is de kern van wie we zijn, en die kern raakten we kwijt in een tijd waarin zelfs vrije tijd een planning volgt, waarin ontspannen efficiënt moet en stilte liefdevol begeleid wordt door een app met voortgangsbalkjes. Nietsdoen wordt toegestaan wanneer het gecertificeerd en gefactureerd kan worden, alsof rust BTW-plichtig is. We dragen horloges die ons vertellen wanneer we moeten ademen, we boeken mindful weekends die als transacties in de boekhouding opduiken, en we verzamelen digitale pluimpjes voor het kijken naar planten, alsof natuurbeleving pas telt wanneer iemand het meet. We leven alsof lucht belastingplicht heeft en tijd alleen echt bestaat wanneer ze gedeeld en bewaard wordt in een of ander wolkendepot.
Ergens tussen al dat gemeten leven glipt iets essentieels weg: het vermogen om simpel te bestaan zonder doel, zonder rendement, zonder applaus. Aanwezig zijn met kruimels in je hoofd en gedachten die dwarrelen waar ze willen. Dat is lummelen. Niet tijdverlies, maar elegant overleven in een wereld die geen pauzestand kent. We zijn gaan geloven dat waarde alleen bestaat wanneer ze iets oplevert, dat betekenis meetbaar moet zijn, dat rust verdacht wordt zodra ze echt ontspant. Terwijl precies daar, in dat gebied waar niets moet, de ideeën aankomen die niet op afspraak komen, emoties weer durven ademen en zintuigen weer waarnemen in plaats van verwerken. Die wereld toont zich niet in snelheid, alleen in dwalen, struikelen en eindelijk durven stilvallen. Lummelen is de plek waar het leven opnieuw begint te ademen zonder toestemming te vragen.
Kinderen weten dat nog, alsof hun ziel het bewaart. Geef een kind een stok en het ziet een zwaard, een microfoon, een antenne naar de maan. Geef het een kartonnen doos en het vertrekt richting Jupiter met een missie die enkel daar logisch is. Ze spelen zonder doel, verzinnen zonder vergaderoverzicht, zwerven zonder deadline. Dat werkt omdat het nergens naartoe hoeft. Wij, volwassenen met fronsrimpels van plannen en prestatie, zijn dat kwijtgeraakt. We vulden elk leeg moment met prikkels die niets doen behalve vullen, tot we overstromen van leegte. Lummelen draait dat om. Niet als terugval naar kinderachtigheid, maar als terugkeer naar iets wezenlijks. De plek waar iets nieuws kan ontstaan of niets, en dat laatste is even goed. Het leven is geen pitch, geen traject met key deliverables, geen presentatie die verdedigd moet worden.
Wanneer ik coach, leef ik. Dat is mijn bestaan. Ik coach omdat dat is wie ik ben. Daar rond lummel ik gezond, zodat mijn hart ruimte houdt om mens te blijven. Omdat verdwalen in gedachten, rondhangen in stilte en spelen met tijd me terugbrengen naar wat klopt. De meeste kwartjes vallen niet op afspraak, ze vallen wanneer je het niet forceert, en precies daarin schuilt de schoonheid. Lummelen is een keuze tegen de hamsterkooi met wifi, tegen het idee dat enkel wie rendeert, bestaat. De agenda dichtvouwen, de telefoon laten slapen, het scherm negeren. Niet uit afkeer, maar omdat stilte nog de enige plek is waar je jezelf kunt horen zonder filter.
Soms neemt dat verzet een bijna komische vorm aan. Een smartphone die zichzelf uitschakelt en een briefje schrijft: “Ik ben even gaan lummelen, zoek het zelf maar uit.” Een vaatdoek die als stakingsleider over het aanrecht hangt. Die absurditeit lacht ons wakker. Begin gewoon. Niet later. Niet wanneer het allemaal uitkomt. Nu. Laat het stof beslissen waar het neerdaalt, zet je aandacht vrij, blijf zitten tot het ongemak zijn tanden verliest en het niets opnieuw vruchtbaar wordt. Lummelen strekt zich uit van staren naar de lucht tot dansen met je schaduw, van verdwalen in dromen tot iets verzinnen dat nergens op slaat en toch voelt als waarheid. Het is de ruimte tussen moeten en mogen, tussen presteren en zijn, tussen leven als profiel en leven als mens.
Dat is lummelen. Geen handeling maar een toestaan. Een beweging zonder richting, een adem die niet hoeft te bewijzen dat ze bestaat. Een plek ergens tussen zin en zinloosheid waar iets groeit dat zich niets aantrekt van grafieken of rendement. Lummelen maakt ons mens, niet als product, niet als dossier, maar als levend wezen dat durft bestaan zonder nut, zonder plan, zonder applaus. Een mens dat niet op tijd loopt, maar met tijd leeft, grillig en ademend als een rivier die weigert in een rechte lijn te stromen, terwijl net daar, in dat kronkelen, vrijheid haar stem terugvindt en zacht begint te fluisteren dat het genoeg is zo.
Mijn chatbox jouw veilige plek
Voel je na het lezen iets bewegen, iets dat gehoord wil worden, dan vind je op mijn site een chatbox die meteen openstaat voor jou, zonder registratie of formulieren en zonder drempels die je tegenhouden. Je schrijft gewoon wat er in je hoofd of hart leeft, en ik antwoord persoonlijk binnen een dag, zodat je niet blijft rondlopen met wat je bezighoudt. Dat kan gaan over werkstress die zich opdringt, een vraag die blijft malen of simpelweg omdat de stilte wat zwaar werd en even wil worden gedeeld. Soms is één bericht al genoeg om terug wat ruimte in je adem te voelen, één mens die luistert zodat je niet alleen hoeft te dragen wat je voelt.
Kennismaken voel je vrij
Coaching hoeft geen groot woord te zijn, het begint bij praten en vooral bij gehoord worden in een gesprek dat licht geeft aan wat je al te lang alleen draagt. Ik ben Freek, coach en psycholoog met 40 jaar leven en luisteren op de teller, en we spreken elkaar online waar jij bent in Nederland of bij mij in Drachten, rustig en zonder haast zodat jij in je eigen tempo mag landen. Als je voelt dat het tijd is om niet meer in stilte te blijven, kun je onderaan deze pagina een kort formulier invullen voor een gratis kennismaking, omdat een eerste stap soms niet meer vraagt dan dat kleine beetje moed om jezelf wat ruimte te gunnen.
